Inclusieve werking

focus op taal en articulatie

Samen met de logopedist wordt bekeken welke aanpassingen, ondersteuning en of therapie er noodzakelijk zijn om het talig aanbod te verwerken. Op de klassenraad stellen we zorgvragen op, bespreken we welke therapieën er zinvol zijn en bekijken we de evolutie. Waar nodig wordt er bijgestuurd. Dit in overleg met de ouder(s).

weerbaarheid

Kinderen met spraak- en/of taalproblemen vinden het vaak moeilijk om zich verbaal te uiten, om kenbaar te maken wat ze bedoelen. Hieraan werken we op verschillende manieren:  in de klas tijdens de lessen rond sociale vaardigheden; individueel met de logopedist, coördinator en of leerkracht  praatschriften; visualisaties; ...

cyclisch opgebouwde individuele handelingsplanning

Voor de type 7 kinderen houden we doorheen het schooljaar 3 klassenraden. Tijdens deze overlegmomenten bespreken we met het team de evolutie van de kinderen. We formuleren nieuwe zorgvragen, evalueren bestaande zorgvragen en stellen een individueel handelingsplan op. Er wordt ook besproken welke hulpmiddelen, visualisaties en therapieën er  nodig zijn.  Wanneer zich een dringend probleem stelt, dat niet kan wachten tot de eerstkomende klassenraad, houden we een tussentijdse klassenraad. Deze tussentijdse klassenraad kan heel uiteenlopende onderwerpen hebben: de progressie van de leerling die niet naar wens verloopt (te traag of sneller dan verwacht), gezondheid, gedrag, gezinssituatie, situaties op de speelplaats, ... Samen met het team zoeken we naar een oplossing voor het probleem. Op deze manier proberen we zo snel mogelijk in te spelen op de noden van de kinderen.  Als de kinderen bijna schoolverlater zijn (een jaar voordat ze echt schoolverlater zijn) organiseren we een adviserende klassenraad. Tijdens deze klassenraad worden de mogelijkheden naar het middelbaar toe, besproken. Samen kijken we waar we met de leerling naartoe gaan werken en welke mogelijkheden er zijn. Dit kan zinvol zijn naar eventuele wachtlijsten voor middelbare scholen. Er is telkens een nauwe samenwerking met het CLB. 

individueel aanbod

Duidelijkheid en voorspelbaarheid zijn belangrijk voor kinderen met STOS. Vaak hebben ze baat bij een individuele daglijn. Deze wordt op maat aangeboden in de klas. Aan de hand van hun daglijn weten de kinderen wat er doorheen de dag gebeurt, welke therapieën er gepland staan, met wie ze gaan werken en wat ze gaan doen.  De kinderen krijgen aan de hand van hun daglijn duidelijkheid en structuur. Dit bevordert de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de kinderen.  

paramedische ondersteuning

De kinderen krijgen paramedische ondersteuning op maat. Dit wil zeggen dat er op de klassenraden besproken wordt welke de zorgvragen en zorgbehoeften zijn. Samen met de paramedici wordt er gekeken hoe we zo efficiënt mogelijk aan deze zorgvragen kunnen werken. Dit kan op verschillende manieren: individuele therapie, in groepjes, klassikaal, ...  Deze therapiemomenten worden gegeven door een logopediste, kinesiste, zorgleerkrachten, leerkrachten, ... Bij de volgende klassenraad worden de acties op de zorgvragen geëvalueerd en waar nodig aangepast. 

visuele ondersteuning op maat

Leerlingen met STOS hebben meer nood aan herhaling en visuele ondersteuning bij het opnemen en het beheersen van de leerstof. Hiervoor maken we gebruik van hulpmiddelen waaronder visualisaties. De hulpmiddelen worden aangeboden op klasniveau of individueel.  Bijvoorbeeld: bij het aanvankelijk lezen, leren de kinderen alle verschillende letters. Voor kinderen met een STOS problematiek is het niet eenvoudig om deze letters telkens tijdig op te roepen en te benoemen. Ze herkennen vaak de letters wel, maar hebben langer tijd nodig voordat ze deze kunnen uitspreken. Hiervoor bieden we hen klankgebaren aan (SMOG : Spreken Met Ondersteuning van Gebaren).   

multi-sensoriële aanpak

In onze talige wereld wordt veel informatie verbaal aangeboden. Voor onze kinderen is het belangrijk om informatie op zoveel mogelijk verschillende manieren aan te bieden. Hen de leerstof met zoveel mogelijk zintuigen laten opnemen, zorgt ervoor dat deze beter opgenomen en verankerd wordt en dat ze makkelijker opgeroepen kan worden.   

oog voor sociaal- en emotioneel welzijn

Kinderen komen goed tot leren als ze zich goed voelen. Er wordt op verschillende manieren aan sociale vaardigheden gewerkt. Doorheen de verschillende klassen en lessen komt dit aan bod via executieve functies, lessen rond sociale vaardigheden, kringgesprekken, reflecties, gevoelsthermometer, ... Indien leerlingen zich niet goed voelen of nood hebben aan een time out wordt er samen met het team naar een goede oplossing gezocht. Dit kan inhouden: het aanbieden van een rode of een groene weg, individuele praatmomenten, uittekenschriften, vluchtweg, snoezelruimte, ... De ouders worden op de hoogte gebracht. 

functioneel werken

De te verwerken leerstof wordt aangeboden met een functionele aanpak, bijvoorbeeld aan dagdagelijkse praktische zaken. Dit zorgt voor herkenbaarheid en betere verankering bij de leerlingen. Bijvoorbeeld: koken vinden de kinderen fijn. We gaan met hen opzoek naar een recept. Er wordt bekeken welke dingen we allemaal nodig hebben (ingrediënten, materialen, ...). We maken een boodschappelijstje en zoeken op hoeveel geld we ongeveer mee naar de winkel moeten nemen.  Wanneer we naar de winkel gaan, zijn er zaken waar we rekening mee moeten houden (verkeer, beurt afwachten, betalen, ...).   Bij het koken volgen we het recept en moeten er hoeveelheden afgewogen worden.  Tijdens deze momenten komen heel veel leerkansen aan bod: woordenschat, wiskunde, sociale vaardigheden, executieve functies, WO, STEM, ...

De Sprong: Type 7

STOS De leerlingen met een type 7 stos attest zijn de kinderen met spraak- taalontwikkelingsstoornissen. Taal is niet altijd gemakkelijk voor hen. De taalproblemen kunnen heel verschillend van aard zijn. Er zijn kinderen die weinig van taal begrijpen waardoor hun omgeving en de wereld rondom hen, heel complex overkomt.  Er zijn kinderen die veel te vertellen hebben, maar de juiste woorden hiervoor niet kunnen vinden (woordvindingsproblemen). Zij geraken hierdoor ontmoedigd en er komen frustraties. Ze worden hierdoor stiller. Er zijn kinderen die heel vlot en veel praten, maar waarbij er weinig samenhang en structuur te merken is in de verhalen die ze vertellen.  Er zijn kinderen met een beperkte woordenschat en/of een beperkt ontwikkelde zinsstructuur.  Al deze problemen zorgen voor moeilijkheden bij de communicatie. Het is een van de belangrijkste doelen om de kinderen terug zin te laten krijgen in taal. Dit doen we door hen te laten ervaren dat ze tijd krijgen om woorden te vinden, hen hulpmiddelen aan te bieden om betekenis te geven aan woorden, hen te helpen om aan hun naaste omgeving duidelijk te kunnen maken wat hen bezig houdt, … Naast communicatie zal taal en spreken het hoofddoel zijn dat we nastreven. Taal is in elke les aanwezig, we hebben taal in ons dagelijks leven voortdurend nodig. We zullen er in onze school steeds attent op zijn dat deze kinderen een (individueel) aangepast talig aanbod vragen.   Welke leerlingen kunnen terecht in onze inclusieve werking?  kinderen met een taalstoornis Ontwikkelingsdysfasie: Een stoornis in de normale ontwikkeling van de taal ondanks normaal IQ, afwezigheid van andere problemen, goede leeromgeving en intensieve behandeling. De diagnose wordt gesteld door een multidisciplinair team (logopedist, NKO-arts) zodat door het CLB een type 7 attest kan opgemaakt worden.     kinderen met een articulatiestoornis Verbale ontwikkelingsdyspraxie Schisis Velo-cardio-faciaal-syndroom