Onze troeven

Sterk cognitief functionerende leerlingen

1.1  Wat? Leerlingen die cognitief sterk zijn, leren sneller of dieper en hebben daarom nood aan extra uitdagingen. Onze school biedt hiervoor gerichte maatregelen die zowel de leerstof als de motivatie versterken. We stimuleren hun motivatie door: ruimte te geven voor initiatief en verantwoordelijkheid, vertrouwen te tonen in hun groeipotentieel, te zorgen voor een evenwicht tussen gekende en nieuwe leerstof, zelfreflectie aan te moedigen zodat ze hun leerproces beter begrijpen en groei ervaren. 1.2  Waarom besteden wij hier als school aandacht aan? Wij besteden aandacht aan cognitief sterk functionerende leerlingen omdat ook zij recht hebben op uitdagend en passend onderwijs. Wij bieden onderwijs op maat dat aansluit bij hun specifieke leerbehoeften. Wij trachten onderpresteren te voorkomen door voldoende uitdaging te voorzien. Wij garanderen gelijke onderwijskansen voor elke leerling. Wij versterken hun welbevinden en motivatie. Wij laten de leerlingen hun talenten ontwikkelen, zodat ze die nu en in de toekomst kunnen inzetten. 1.3  Hoe gaan wij hier op school mee aan de slag? Cognitief sterke leerlingen verschillen sterk in denkvermogen, werkhouding en motivatie. Door met hen in gesprek te gaan en gevarieerde taken aan te bieden, ontdekken we wat elke leerling nodig heeft. We werken met drie niveaus van aanpassing: Verrijken: uitdagende taken die nieuwsgierigheid en leerhonger stimuleren. Compacten: minder herhaling van gekende leerstof om ruimte te maken voor nieuwe uitdagingen binnen hun zone van naaste ontwikkeling. Versnellen: een grotere stap (zoals een vakversnelling of een leerjaar overslaan) wanneer andere maatregelen onvoldoende zijn, steeds in overleg met leerling, ouders en leerkrachten. Ook dan blijft aangepaste leerstof nodig om blijvende groei te garanderen.       1.4  Hoe volgen we het groeiproces op? We volgen de groei van elke leerling goed op door te observeren, toetsen af te nemen, gesprekken te voeren en samen te overleggen. Alles wat we merken, schrijven we neer in ons leerlingvolgsysteem. Zo kunnen we onze aanpak steeds aanpassen aan hoe de leerling vooruitgaat, zodat iedereen zo goed mogelijk kan groeien. Ouders kunnen de vooruitgang van hun kind volgen via het Questi-rapport dat drie keer per jaar verschijnt: het kerstrapport, het lenterapport en het zomerrapport. 1.5  Hoe verloopt dit nu concreet in de praktijk? Kleuterschool Ook bij de kleuters besteden we aandacht aan cognitief sterke kinderen. We prikkelen hun nieuwsgierigheid en denkvermogen zodat ze op hun eigen tempo kunnen groeien. In de klas werken ze met een uitdagingsdoos vol opdrachten op hun niveau. Buiten de klas krijgen ze extra uitleg en begeleiding van de zorgleerkracht en werken ze samen met andere sterke kleuters. We bieden uitdagingen in verschillende domeinen zoals wereldoriëntatie, wiskunde en taal. Via ons meersporenbeleid krijgt elk kind taken op maat, die ook zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en zelfinzicht stimuleren. Zo bouwen kleuters een sterke basis op voor hun verdere schoolloopbaan. Lagere school We werken vooral binnen de klas, omdat we geloven dat leerlingen daar het best leren. Elke les wordt gegeven op drie niveaus (aanloop, kern en uitdaging), zodat elk kind op zijn eigen niveau kan werken. Leerlingen die meer aankunnen, volgen een compacte route: zij maken enkel de belangrijkste oefeningen en krijgen extra uitdagende taken. Zo leren ze goed plannen en volhouden. Onze aanpak bestaat uit drie stappen: Uitdagingsoefeningen uit het werkboek (vaak gemerkt met een driehoekje). Sterk Taalwerk en Sterk Rekenwerk: extra bundels met moeilijkere opdrachten. Compacte route en ander werk: voor leerlingen die nog meer uitdaging nodig hebben. Ze werken dan zelfstandig aan creatieve en denkgerichte opdrachten. Zo zorgen we ervoor dat cognitief sterke leerlingen niet alleen de basis leren, maar ook hun talenten en denkvaardigheden verder ontwikkelen.  

Leren leren en sociale vaardigheden

1.1 Wat zijn executieve functies? Om te leren leren hebben kinderen goed ontwikkelde executieve functies nodig. Deze executieve functies zijn de doe-processen in het brein die ervoor zorgen dat we ons gedrag bewust kunnen sturen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan iets plannen, dan moet je vooruit denken over wat je gaat doen. Of je impulsen onder controle kunnen houden; je bent boos, maar laat je daardoor niet leiden.   1.2 Waarom besteden wij hier als school aandacht aan? Sinds enkele jaren besteden wij hier als school aandacht aan omdat een goede ontwikkeling van deze executieve vaardigheden veel invloed heeft op de schoolprestaties. We organiseren wekelijks activiteiten om gericht te kunnen werken aan het versterken van de executieve functies. We maken onder andere gebruik van de methode Breinhelden om dit toegankelijk en begrijpbaar te maken voor onze leerlingen. De term “executieve functies “ is voor hen immers een abstract begrip.   1.3 Hoe gaan wij hier op school mee aan de slag? We laten je graag kennis maken met Effi en Furon. Dat zijn de Breinhelden van de Breinheldenplaneet. Met hun Breinkrachten versterken Effi en Furon de Breinkrachten of executieve functies van onze leerlingen zodat ook zij op termijn een Breinheld kunnen worden. Het ontwikkelen van deze functies is een proces dat tijd nodig heeft. Gedurende het schooljaar worden verschillende Breinkrachten in de kijker gezet waarbij ouders, leerkrachten en leerlingen telkens informatie krijgen wat deze Breinkracht inhoudt en hoe deze kracht versterkt kan worden. Ook bij onze jongste leerlingen, de peuters, wordt er al rond executieve functies gewerkt. Bij hen ligt de focus vooral op minder impulsief zijn, je beurt afwachten, op een goede manier met je emoties omgaan.   1.4 Hoe volgen we het groeiproces op? Het groeiproces van de executieve functies (Breinkrachten) wordt weergegeven op het rapport (zowel bij de kleuters als bij de leerlingen van de lagere school). Per rapportperiode worden de Breinkrachten die dan aan bod zijn gekomen, beoordeeld. We gebruiken hiervoor een rubrics.

STEM

  1.1 Wat is STEM?   STEM staat voor wetenschappelijk technologisch onderzoek/ontwerpen  (ST) waarin taal en wiskunde (M) aan bod komen en waar het eindproduct nog verbeterd kan worden (E). Tijdens de STEM (science, technology, engeneering and mathematics) projecten creëren onze leerkrachten een veilige omgeving waarin de leerlingen de ruimte krijgen om te exploreren, hun talenten te ontwikkelen, zelfstandigheid te vergroten en elk op hun eigen tempo te groeien. Hierbij kijken we niet alleen naar de kennis van de leerlingen maar ook naar hun vaardigheden. Niet het eindresultaat maar het proces is belangrijk. We bieden de leerlingen optimale ontwikkelingskansen en begeleiden ze zodat zij kunnen opgroeien tot gelukkige, zelfstandige, verdraagzame, creatieve, positief kritische jongeren. De optimale ontwikkeling van elk kind staat centraal.   1.2 Waarom besteden wij hier als school aandacht aan? Het ontwikkelen van een onderzoekende en samenwerkende houding bij de leerlingen staat centraal. We vertrekken hierbij vanuit de leefwereld van de kinderen om op deze manier levensecht en realiteitsbewust onderwijs te bieden.   1.3 Hoe gaan wij hier op school mee aan de slag?  Tijdens de STEM (science, technology, engeneering and mathematics) projecten creëren onze leerkrachten een veilige omgeving waarin de leerlingen de ruimte krijgen om te exploreren, hun talenten te ontwikkelen, zelfstandigheid te vergroten en elk op hun eigen tempo te groeien. Hierbij kijken we niet alleen naar de kennis van de leerlingen maar ook naar hun vaardigheden. Niet het eindresultaat maar het proces is belangrijk. We bieden de leerlingen optimale ontwikkelingskansen en begeleiden ze zodat zij kunnen opgroeien tot gelukkige, zelfstandige, verdraagzame, creatieve, positief kritische jongeren. De optimale ontwikkeling van elk kind staat centraal.   1.4 Hoe volgen we het groeiproces op? De leerkracht neemt tijdens de STEM projecten een coachende en observerende rol op. De observaties worden vastgelegd in rubrics. Niet het resultaat maar het proces telt. Dit vertaalt zich op het rapport in “ik kan”, “ik ken” en “ik groei”.